Als school zijn we steeds op zoek naar manieren om ons slimmer te organiseren en onze opleiding te verbeteren.
De ontwikkeling van de student als individu staat centraal in zijn leerproces. Hij krijgt een actieve rol in zijn ontwikkelingstraject tot een beginnende beroepsbeoefenaar. Een traject dat recht doet aan zijn talenten en ambities en voortdurend een beroep doet op zijn kwaliteiten en mogelijkheden.
De coach laat de rol van vakspecialist los en begeleidt het leerproces van de student in een gelijkwaardige coachingsrelatie. De student krijgt het vertrouwen en de veiligheid die nodig zijn om het kwetsbare domein van de zelfreflectie in te stappen.
De grondhouding van de coachende docent is ondersteunen en prikkelen.
De coach ondersteunt het zoek- en groeiproces van de student door te luisteren, openheid te creëren, te aanvaarden en te bekrachtigen.
Hij prikkelt tot leren door onder andere initiatiefname te stimuleren en de student aan te moedigen om hindernissen aan te pakken.
Op die manier vergroot de student zijn zelfsturing en effectiviteit en worden (potentiële) kwaliteiten aangesproken.
Goede coaching geeft zowel op korte termijn (door stagebegeleider, thema- en GOA-docent) als op lange termijn (eenzelfde coach over de modules heen) een voortdurende stimulans aan het leerproces van de student.
Het koppelen van een student aan eenzelfde coach over de modules heen biedt extra kansen: opbouwen van een vertrouwensrelatie, resultaatsgerichte aanpak door een effectievere opbouw van de coachingsmomenten, vergroten van de veerkracht van de student en de docent …
[/read]